Wat is de betekenis van vermögend?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vermogend

bn. (-er, -st), 1. rijk, bemiddeld : een vermogend heer; hij is zeer vermogend: — (ook) invloedrijk, machtig: 2. (Zuidn.) solvabel.

2025-07-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

vermogend

vermogend - Deelwoord 1. onvoltooid deelwoord van vermogen 1. rijk, veel geld hebbend Hij is een vermogend man. Synoniemen gegoed, welgesteld, opulent, in bonis

2025-07-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vermogend

adj., ryk, bigoedige.

2025-07-23
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

vermögend

vermogend, gegoed.

2025-07-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vermogend

bn.: een vermogend heer, bemiddeld, machtig, rijk, invloedrijk; (België: rechtst. solvabel).

2025-07-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vermogend

bn. (-er, -st) 1. vermogen hebbend: een heer. Syn. ➝ bemiddeld. 2. machtig, invloedrijk: veel -e hulp. Syn. ➝ krachtig.

2025-07-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vermogend

bn. (-er, -st), 1. invloedrijk; 2. rijk, bemiddeld; 3. (gew.) solvabel.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VERMOGEND

VERMOGEND - bn. (-er, -st), machtig (tot); rijk, bemiddeld.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-23
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Vermogend

zie Sterk, zie Gegoed.