Verkleefdheid
v.
Walter De Clerck (1981)
Verknochtheid; m. betr. t. personen veelal: trouw, genegenheid. Op m’n dank moogt gij rekenen en op m’n verkleefdheid tot ter dood, LANGENS 1947, 48. Weldra bleek, dat ik haar verkleefdheid aan het verleden had onderschat. Ze troostte zich met haar cassette vol herinneringen en foto’s, VAN HECKE 1966, 76. Opm.: In de stan...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: