Wat is de betekenis van vereenzelvigen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vereenzelvigen

(vereenzelvigde, heeft vereenzelvigd), tot één, tot een en dezelfde zaak maken : men kan die begrippen niet vereenzelvigen ; — iem. of iets vereenzelvigen met..., als identiek beschouwen met; hij vereenzelvigde zich hiermede, hij en dit vormden één geheel.

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

vereenzelvigen

vereenzelvigen - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-een-zel-vi-gen 1. er dezelfde zaak van maken ♢ je kunt die twee dingen niet vereenzelvigen 1. je met iemand of iets vereenzelvigen [als één gehe...

2025-07-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

vereenzelvigen

(Iem., iets) identificeren. Het was zogoed als zeker dat men het wapen toch vroeg of laat vinden en vereenzelvigen zou, herhaalde hij voortdurend, en reeds bij de eerste ondervraging klapte hij er zich dan in, WEYTS 1950, 172. Lijk op spoor te Antwerpen vereenzelvigd, Limburg 31/8/1976. Het onderzoek naar de bende bracht het gerecht op hun...

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vereenzelvigen

vereenzelvigde, h. vereenzelvigd (tot één en dezelfde zaak maken): twee zaken met elkaar vereenzelvigen; fig. zij had zich met hem vereenzelvigd.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vereenzelvigen

(vәre:n'zelvәgәn) (vereenzelvigde, heeft vereenzelvigd) 1. tot een en dezelfde zaak maken: twee dingen -. 2. zich -, zich met een ander als het ware tot één persoon maken: hij had zich vereenzelvigd met zijn vriend.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Vereenzelvigen

(vereenzelvigde, heeft en is vereenzelvigd), tot een en dezelfde zaak maken: iemand of iets vereenzelvigen met, als identiek beschouwen met: hij vereenzelvigde zich hiermee, hij en het bedoelde vormen één geheel; eenzelvig worden.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VEREENZELVIGEN

VEREENZELVIGEN - (vereenzelvigde, heeft vereenzelvigd), tot één-, tot eene en dezelfde zaak maken ; hij vereenzelvigde zich hiermede, hij en dit vormden één geheel. VEREENZELVIGING, v.

2025-07-25
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten