Wat is de betekenis van veldbonk, veldkees?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

veldbonk, veldkees

(1914) (sold.) veldartillerist. • Veldbonk(er): veldartillerist. (Jac. Van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914) • Veldbonken, Veldkezen. Veldartilleristen. (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat. 1978) • Veldkees. Veldartillerist. (Puzzel Vademecum. Deel 1. 1...