Wat is de betekenis van Veertigdaags?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Veertigdaags

bn., 1. veertig dagen durende: (R.-K.) de Veertigdaagse Vasten, de grote Vasten vóór Pasen ; 2. om de veertig dagen plaats hebbend.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

veertigdaags

bn.: de veertigdaagse vasten; zie v a s t e n.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

veertigdaags

bn. 1. veertig dagen durend: de -e vasten. 2. om de veertig dagen.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Veertigdaags

bn., 1. veertig dagen durend: de veertigdaagse vasten, de grote vasten vóór Pasen; 2. om de veertig dagen plaatshebbend.

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)