Veer
o. (veren), 1. gelegenheid dat, plaats waar men een rivier kan worden overgezet: toen de brug vernield was, moest men zich met een veer behelpen ; hij toog over het veer van de Jabbok (Gen. 32 : 22); — (fig.) hij gaat over de veren, overal legt hij eens aan, inz. om te borrelen; 2. geregelde verbinding per schip tussen tw...