Wat is de betekenis van Vastnestelen?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vastnestelen

(nestelde vast, heeft vastgenesteld), met nestels vastmaken.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vastnestelen

I. nestelde vast, h. vastgenesteld (met nestels vastmaken). II. zich, nestelde z. daar vast, h. z. in dat dorp vastgenesteld (eig. ergens een vast nest maken; fig. zich er voorgoed vestigen).

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vastnestelen

(nestelde vast, heeft vastgenesteld) 1. met nestels, veters vastmaken. 2. zich -, zich ergens voorgoed nestelen, vestigen.

Gerelateerde zoekopdrachten