Wat is de betekenis van VASTKLUISTEREN?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vastkluisteren

(kluisterde vast, heeft vastgekluisterd), met kluisters vastmaken: gevangenen aan elkaar vastkluisteren; (fig.) hij schijnt de overwinning aan zijn wapenen te hebben vastgekluisterd.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vastkluisteren

(kluisterde vast, heeft vastgekluisterd) 1. aan elkander kluisteren. 2. nauw verbinden. 3. met kluisters vasthechten.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VASTKLUISTEREN

VASTKLUISTEREN - (kluisterde vast, heeft vastgekluisterd), met kluisters vasthechten: twee gevangenen vastkluisteren; (fig.) nauw verbinden: hij schijnt de overwinning aan zijne wapenen te hebbers vastgekluisterd.