Wat is de betekenis van VASTKLEVEN?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vastkleven

(kleefde vast, heeft en is vastgekleefd), 1. (overg.) klevende aaneenhechten: iets met stijfsel vastkleven. 2. (onoverg.) vast blijven hangen, plakken: men zou er aan het vuil vastkleven, het is er erg vuil; — blijven vastkleven.

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Vastkleven

v., fêstklib(ber)je.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

VASTKLEVEN

VASTKLEVEN - (kleefde vast, is vastgekleefd), klevende aaneenhechten, aaneengehecht blijven: iets met stijfsel vastkleven; (spr.) men zou er aan het vuil vastkleven, het is er in de hoogste mate vuil; blijven vastkleven, niet vaneengaan.