Wat is de betekenis van vastgrabbelen?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vastgrabbelen

(grabbelde vast, heeft vastgegrabbeld), (Zuidn.) in ’t wild of rondtastend vastgrijpen.

2025-07-23
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

vastgrabbelen

vastgrijpen Volgens de uitbater is de man gestruikeld en wou hij Lataire nog vastgrabbelen bij zijn jas, maar kon hij het vallen niet meer tegenhouden. (Het Nieuwsblad) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 1 Vlaamsheid: 3

2025-07-23
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

vastgrabbelen

(grabbelde vast, vastgegrabbeld) vastgrijpen, beetpakken. Toots wil haar speels vastgrabbelen. - DS, 17-11-1999.

2025-07-23
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

vastgrabbelen

(Iets) in het wild of rondtastend vastgrijpen; (iem.) beetpakken, (iem.) bij zijn kraag pakken.

Gerelateerde zoekopdrachten