Wat is de betekenis van Vaneigen(s)?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Vaneigen(s)

bw., (volkst.), 1. vanzelfsprekend, natuurlijk: heb je S. gezien? nee, vaneigens niet, want hij is op reis; 2. vanzelf: dat spreekt vaneigen(s).