Wat is de betekenis van vandehands?

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

vandehands

1. bn.; rechterzijds bij een tweespan; 2. als zn.: vandehandse, o. vandehandsen; nl. het paard aan de rechterhand.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

vandehands

bn. rechterzijds bij een tweespan: paard. Tgst. bijdehands.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)