van Lippelo komen
(1929) (Antwerpen, sch.) ontevreden zijn. • Van Lippelo komen (1929) = ‘ontevreden zijn’. Naar Lippelo in de provincie Antwerpen, met een woordspeling op lip, waarbij hier vooral wordt gedoeld op de pruilend neerhangende lip. (Ewoud Sanders in Onze Taal. Jaargang 70. 2001)