Wat is de betekenis van Valhoed?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Valhoed

m. (-en), aan de zijden opgevuld hoedje dat kinderen, die nog niet goed lopen kunnen, bij het vallen beschermt tegen letsel aan het hoofd: een baleinen valhoedje met rozerode strikjes (Beets).

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

valhoed

sterk helmhoed.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

valhoed

m. valhoeden (beschuttend [aan de zijde opgevuld] hoedje voor pas lopende kinderen; ook: soortgelijke hoed voor vliegers, luchtschippers).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

valhoed

m. (-en) aan de zijden opgevulde hoed tegen het vallen, voor kinderen die nog niet goed lopen kunnen.