Ureter
(Lat.), m. (-s), (ontl.) pisleider, kanaal waardoor de urine van het nierbekken naar de blaas vloeit.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), m. (-s), (ontl.) pisleider, kanaal waardoor de urine van het nierbekken naar de blaas vloeit.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
lichaamsdeel van nierbekken naar blaas. elk van beide holle, cilindervormige lichaamsdelen die het nierbekken met de blaas verbindt en waardoorheen de urine van iedere nier naar de blaas loopt; urineleider; pisleider. Voorbeelden: Vanuit het nierbekken loopt een buisje, de urineleider (Latijn: ureter), van elk van beide nieren naar d...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Verwar dit woord niet met ‘urethra’, de plasbuis oftewel urinebuis (uitspraak: uu-REE-ter). Zie (ook) urineleider
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Gr. voor urineleider, de ongeveer 40 cm lange dunne, maar toch van spiervezels voorziene buis, welke achter de buikholte van ieder nierbekken naar de blaas loopt. Raakt hierin een niersteentje beklemd (uretersteen), dan ontstaan krampen, welke als de uiterste pijnlijke nierkolieken gevoeld worden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: