Wat is de betekenis van unfold?

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

unfold

I. 1. ontvouwen, ontplooien, uitspreiden, openvouwen, openen; onthullen, openbaren; 2. uitlaten [uit schaapskooi]; II. zich ontplooien, zich uitspreiden, opengaan.

Gerelateerde zoekopdrachten