Umstand
omstandigheid, gesteldheid, staat, gelegenheid; Umstände machen, complimenten maken, (onnodige) drukte maken; last veroorzaken; ohne Umstände, zonder complimenten, zonder omslag; kerne großen Umstände machen, niet veel omslag, niet veel werk van iets maken; unter Umständen, bij gelegenheid, eventueel; unter allen Umstä...