Ulmus campéstris L. (p.p.)
Veldiep Europa, N.-Afrika, KI.-Azië; 35-40 m. Synoniem: U. procéra SALISB.. Jonge twijgen dun, glanzend rood of lichtbruin en kaal, soms behaard; knoppen lichtbruin, zacht behaard, klein en spits eivormig met donkerbruine schubben; bladeren 5-8 cm lang, bovenzijde ruw, onderzijde zacht behaard en met baarden in de nerfoksels, eirond of lancetvormi...