Wat is de betekenis van Ulk?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ulk

I. ULK m. (-en), (gew.), 1. bunzing: stinken als een ulk; 2. kabouter. II. ULK v. (-en), wulk (schelp).

2025-07-25
Indonesisch Nederlands woordenboek

W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)

ulk

menguik, kwaken; braken(d geluid).

2025-07-25
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Ulk

Zie Oele

2025-07-25
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Ulk

v -> Oele (Fri.).

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Ulk

scherts, onzin, gekheid.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ulk

m. ulken (bunzing, klein roofdier); gew.

2025-07-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

Ulk

(D.), m. grap, pret, naam van Duits humoristisch blad.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ulk

m. (-en) Gew. bunzing.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

ulk

ulk, - m., zeeschorpioen; ook:grap; geestige zet.