Wat is de betekenis van Uitzetting?

v. (-en), het uitzetten; ontscheping; verwijdering van toegelaten vreemdelingen van het (Nederlandse) grondgebied; zwelling; lengte- of volumevermeerdering : lineaire, kubieke uitzetting; uitbakening.

Als een vreemdeling niet langer in Nederland mag blijven en het vermoeden bestaat dat hij niet zelfstandig Nederland gaat verlaten, kan hij worden uitgezet. Dat kan betekenen dat de vreemdeling onder begeleiding van ambtenaren van de Koninklijke Marechaussee de grens over wordt gezet, of naar zijn land van herkomst wordt vervoerd. Zie ook terugkeer...

uitzetting - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde) de toename in volume bij verhoging van de temperatuur ♢ Bij het opwarmen van het toestel zijn soms uitzettinkjes te horen. 2. (biologie), (milieukunde) het weer in de vrije wildbaan brengen van dieren ♢ Uitzetti...

Fysieke verwijdering van een persoon uit Nederland ('verwijdering met de sterke arm'). Zie ook: Verwijdering asielzoeker

uitzetting - zelfstandig naamwoord uitspraak: uit-zet-ting 1. het over de grens zetten van vreemdelingen ♢ de uitzetting van asielzoekers naar het land van herkomst gebeurt heel zorgvuldig 2. het groter en dikker worden...

Het verwijderen van vreemdelingen van zijn grondgebied. Deze juridische term die wel eens opduikt in discussies rond het illegalenprobleem is voor velen aanvaardbaarder (want neutraler) dan het synoniem deportatie*, een woord dat vooral bij mensen die de Tweede Wereldoorlog meegemaakt hebben een negatieve gevoelswaarde heeft. Deportaties worden ook...

zie Uitwijzing.

(uitwijzing) (recht), term, gebruikt voor het over de grenzen brengen van ongewenschte vreemdelingen. Aangezien in de practijk in Nederland aan vreemdelingen geen verblijfpas wordt uitgereikt, zooals de vreemdelingenwet vordert, kunnen feitelijk alle vreemdelingen naar het enkel oordeel van de politie worden uitgezet. Er wordt echter gelegenheid ge...

('uit) v. (-en) het uitzetten inz. 1. (I 3) verwijdering van het grondgebied van enige staat : de van vreemdelingen. 2. (I 4) ontscheping : de van drenkelingen. 3. (I 11) het (zich) uitzetten door de warmte : de der lichamen. 4. (II 1) zwelling : de van plantedelen. Enc. De uitzetting (3) is niet voor alle stoffen dezelfde. Dit kan men aan...