Uitvloeisel
o. (-s, -en), hetgeen uitvloeit; hetgeen uit iets voortkomt, gevolg, consequentie : een uitvloeisel van ’s Heren goedheid; een uitvloeisel van dit beginsel is...
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-s, -en), hetgeen uitvloeit; hetgeen uit iets voortkomt, gevolg, consequentie : een uitvloeisel van ’s Heren goedheid; een uitvloeisel van dit beginsel is...
Muiswerk Educatief (2017)
uitvloeisel - zelfstandig naamwoord uitspraak: uit-vloei-sel 1. gevolg dat niet bedoeld of verwacht was ♢ een uitvloeisel van zijn weigering is dat niemand hem meer vertrouwt Zelfstandig naamwoord: uit-vloei-sel het...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
o. (-en, -s) 1. Algm. wat uitvloeit. 2. Inz. [uitvloeien 3] wat voortvloeit, ontstaat uit iets anders, gevolg.
J.H. van Dale (1898)
UITVLOEISEL - o. (-s, -en), hetgeen uitvloeit; hetgeen uit iets voortkomt, gevolg: een uitvloeisel van s Heeren goedheid; een uitvloeisel van dit beginsel is
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: