Wat is de betekenis van Uitstuffen?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitstuffen

(stufte uit, heeft uitgestuft), (gew.) met stuf of vlakgom uitwissen; — (oneig. zegsw.) dat moet je niet uitstuffen, daar moet je niet gering over denken.

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

uitstuffen

(begin 20e eeuw, vero.) (fig. en inf.) uitwissen (met een vakgom). ‘Dat moet je niet uitstuffen’: Daar moet je niet geringschattend over denken; dat is niet te verwaarlozen; dat is van belang. Syn.: dat moet je niet uitvlakken. • O, maar ik kan die streep door de rekening wel uitstuffen! (Provinciale Drentsche en Asser courant, 17/...