Wat is de betekenis van uitspruit?

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitspruit

uitspruit - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten ♢... dat ik uitspruit 2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspruiten ♢... dat jij uitspruit 3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoo...

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

uitspruit

uitgespruit, uitloop, groei; die gevolg wees van, voortvloei uit.