Wat is de betekenis van uitsprong?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitsprong

m. (-en), wat naar voren uitspringt, uitstek, uitspringende hoek.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitsprong

uitsprong - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) uitspringend gedeelte (lijst) bijv. op een gevel uitsprong - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitspringen ♢... dat ik uitsprong ♢... dat jij uitsprong ♢... dat hij, z...

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitsprong

m. uitsprongen (bouwk. iets, dat naar voren uitspringt: uitstek, uitspringende hoek).

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitsprong

m. (-en) uitstekend gedeelte, hoek.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITSPRONG

UITSPRONG - m. (-en), (bouwk.) uitstek, uitspringende hoek.