Uitsplitsen
(splitste uit, heeft uitgesplitst), 1. splitsend uit elkaar werken : het uitgesplitste eind van een touw; 2. (gew.) uitsplijten, uitzuinigen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(splitste uit, heeft uitgesplitst), 1. splitsend uit elkaar werken : het uitgesplitste eind van een touw; 2. (gew.) uitsplijten, uitzuinigen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(splitste uit, heeft uitgesplitst), 1. splitsend uit elkaar werken: het uitgesplitste eind van een touw; 2. uitschiften.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: