Wat is de betekenis van UITSNORREN?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitsnorren

(snorde uit, heeft uitgesnord), (gemeenz.) nazoeken, opsporen, ontdekken.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITSNORREN

UITSNORREN - (snorde uit, heeft uitgesnord), (gemeenz.) den diefstal uitsnorren, de daders opsporen.

Gerelateerde zoekopdrachten