Wat is de betekenis van uitslorpen, uitslurpen?

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

uitslorpen, uitslurpen

slorpte of slurpte uit, h. uitgeslorpt, uitgeslurpt (slorpend tot zich nemen; slurpend ledigen): een oester uitslurpen; een (glas met) advocaat uitslurpen.

Gerelateerde zoekopdrachten