Wat is de betekenis van uitschuiver?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

uitschuiver

1) (1950) (Gent, inf.) mannelijk geslachtsdeel. Wordt ook voor een trombone gebruikt. • (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950) • (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984) 2) (1980+) (Vlaanderen) blunder, flater. Vgl. gaffel*; kemel*; miskleun*; • Pas op basis van deze omstandigé context van sociale ev...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitschuiver

uitschuiver - Zelfstandignaamwoord 1. (verouderd) voorwerp dat bij gebruik langer wordt doordat onderdelen langs elkaar bewegen 1. (muziek) blaasinstrument waarbij de toonhoogte door het aanpassen van de lengte kan worden gevarieerd 2. (meubel) tafel met een mechaniek waardoor het t...

2025-07-24
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

uitschuiver

blunder, uitglijer Een sneer in een column, een spottende opmerking aan de koffiemachine of de woorden 'in tegenstelling tot wat andere media verkeerdelijk meldden' in een artikel: verder gaat in Vlaanderen de kritiek van één krant op een andere zelden. De consensus is dat iedereen weleens een uitschuiver maakt en...

2025-07-24
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

uitschuiver

(de, -s) uitglijder, blunder. Hij herstelde de recessie van 1991, hij zorgde ervoor dat de Mexicocrisis van 1994 grotendeels binnen de grenzen bleef, hij behoedde de wereld van een systeemramp na de uitschuiver van het hefboomfonds LTCM in 1998. - FET, 26-10-2002 Ze omschreven de diefstal van de 1000 kilo koper als een ‘stommiteit’ en...

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)