Wat is de betekenis van uitschold?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

uitschold

uitschold - Werkwoord 1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitschelden ♢... dat ik uitschold ♢... dat jij uitschold ♢... dat hij, zij, het uitschold

Gerelateerde zoekopdrachten