Uitkakken
(kakte uit, heeft uitgekakt), (plat), 1. kakkende uitwerpen; (zegsw.) welke stront heeft hem uitgekakt?, waarop moet hij zo trots zijn, zo veel praats hebben? 2. ten einde kakken.
Van Dale Uitgevers (1950)
(kakte uit, heeft uitgekakt), (plat), 1. kakkende uitwerpen; (zegsw.) welke stront heeft hem uitgekakt?, waarop moet hij zo trots zijn, zo veel praats hebben? 2. ten einde kakken.
Marc De Coster (2020-2025)
(20e eeuw) (Dordrecht, inf.) zijn hart luchten. • Uitkakke: zijn hart luchten ("hij hep 'r 's goed zitte uitkakke") In Dordt werd ook wel gezegd: "'k had zo 't land, dâ'k m'n eige wel kon uitkakke!" (Sibrand de Grauw en Gerard Gast: ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes. 2014)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
UITKAKKEN - (plat) (kakte uit, heeft uitgekakt), kakkende uitbrengen; (spr.) welke stront heeft hem uitgekakt ?, waarop moet hij zoo trotsch zijn, zoo veel praats hebben; ten einde kakken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: