Wat is de betekenis van UITKAKKEN?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitkakken

(kakte uit, heeft uitgekakt), (plat), 1. kakkende uitwerpen; (zegsw.) welke stront heeft hem uitgekakt?, waarop moet hij zo trots zijn, zo veel praats hebben? 2. ten einde kakken.

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

uitkakken

(20e eeuw) (Dordrecht, inf.) zijn hart luchten. • Uitkakke: zijn hart luchten ("hij hep 'r 's goed zitte uitkakke") In Dordt werd ook wel gezegd: "'k had zo 't land, dâ'k m'n eige wel kon uitkakke!" (Sibrand de Grauw en Gerard Gast: ABC Dordt. Dordtse woorden en uitdrukkingen, dialect, verhalen en versjes, gedichten en straattypes. 2014)

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITKAKKEN

UITKAKKEN - (plat) (kakte uit, heeft uitgekakt), kakkende uitbrengen; (spr.) welke stront heeft hem uitgekakt ?, waarop moet hij zoo trotsch zijn, zoo veel praats hebben; ten einde kakken.

Gerelateerde zoekopdrachten