Wat is de betekenis van Uithuizigheid?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uithuizigheid

v., het vaak vertoeven buitenshuis: het verenigingsleven bevordert de uithuizigheid.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uithuizigheid

s., útflechtigens.

Gerelateerde zoekopdrachten