uitgeslingerd
(1967) (Barg.) geslepen; slim. Het Bargoense werkwoord slingeren betekent: om de tuin leiden; bedriegen. Syn.: uitgenast*. • Toch gebeurt het nog wel eens dat een boer van buiten een uitgeslingerde stadsjongen in de knip neemt. (Harry Boting: Nog meer jatmous. 1967) • (Hans Heestermans & Ditte Simons: Mokums woordenboek. 2014)