Wat is de betekenis van Uitgeslapenheid?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitgeslapenheid

s., liepens, skranderens, tûkens, bitûftens.

Gerelateerde zoekopdrachten