Uiterdijk
1. m. (-en), buitenste dijk. 2. o., interland; ook in toepassing op land dat vroeger buiten de dijk lag, maar nu, door het leggen van een nieuwe dijk, niet meer.
Van Dale Uitgevers (1950)
1. m. (-en), buitenste dijk. 2. o., interland; ook in toepassing op land dat vroeger buiten de dijk lag, maar nu, door het leggen van een nieuwe dijk, niet meer.
Wiktionary (2019)
uiterdijk - Zelfstandignaamwoord 1. buitendijkse gronden Woordherkomst samenstelling van uit en dijk met het invoegsel -er-
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Anthony Winkler Prins (1870)
Uitterdijk (Jurjen), een verdienstelijk Nederlandsch wiskundige, geboren te Oudkerk in Friesland den 10den December 1781, genoot uitstekend lager onderwijs, legde zich voorts toe op de kennis der oude talen, studeerde van 1798 tot 1803 te Franeker, zag zich in laatstgenoemd jaar benoemd tot leeraar in de wis-, sterre- en zeevaartkunde ten behoeve d...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: