uitcheckt
uitcheckt - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken ♢... dat jij uitcheckt\n2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken ♢... dat hij uitcheckt
Wiktionary (2019)
uitcheckt - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken ♢... dat jij uitcheckt\n2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitchecken ♢... dat hij uitcheckt
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: