Wat is de betekenis van UITBULDEREN?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitbulderen

(bulderde uit, heeft uitgebulderd), 1. ten einde bulderen: laat hem stil uitbulderen; eindelijk had de storm uitgebulderd; het kanon heeft uitgebulderd, het kanonvuur heeft ongehouden. 2. bulderend uiten: hij bulderde zijn bevelen uit.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitbulderen

(uid) (bulderde uit, heeft uitgebulderd) 1. ten einde bulderen :eindelijk had het kanon uitgebulderd. 2. bulderend uiten. 3.uitrazen, uittieren.

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITBULDEREN

UITBULDEREN - (bulderde uit, heeft uitgebulderd), ten einde bulderen : eindelijk had de storm uitgebulderd; — bulderend uiten : hij bulderde zijne bevelen uit; het kanon heeft uitgebulderd, het kanonvuur heeft opgehouden; — (fig.) uitrazen, uittieren : laat hem stil uitbulderen.

Gerelateerde zoekopdrachten