Wat is de betekenis van UITBRULLEN?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Uitbrullen

(brulde uit, heeft uitgebruld), 1. ten einde brullen. 2. brullende te kennen geven, uiten: vloeken, verwensingen uitbrullen; het uitbrullen van de pijn.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Uitbrullen

v., útalje.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

uitbrullen

(brulde uit, heeft uitgebruld) 1. brullend uiten. 2. ten einde brullen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

UITBRULLEN

UITBRULLEN - (brulde uit, heeft uitgebruld), ten einde brullen : eindelijk had hij uitgebruld; — brullende uitgalmen; het uitbrullen van de pijn; vloeken, verwenschingen uitbrullen. UITBRULLING, , v. het uitbrullen.