Typisch
bn. bw., 1. het type aanwijzend, kenmerkend, karakteristiek: dat is typisch voor hem; typische verschijnselen; (bw.) typisch Amerikaans. 2. (gemeenz.) eigenaardig, merkwaardig: typische gewoonten, uitdrukkingen; wat typisch!
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. het type aanwijzend, kenmerkend, karakteristiek: dat is typisch voor hem; typische verschijnselen; (bw.) typisch Amerikaans. 2. (gemeenz.) eigenaardig, merkwaardig: typische gewoonten, uitdrukkingen; wat typisch!
Marc De Coster (2020-2025)
(1914) (sold.) bijzonder. • Typisch: een typisch (goede kerel): een bijzonder (goede kerel).(Jacobus van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. 1914)
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
typisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. vreemd, eigenaardig ♢ Hij gedraagt zich de laatste tijd heel typisch. 2. kenmerkend. ♢ Dat is nou een typisch geval van onoplettendheid. Woordherkomst Afgeleid van type met het achtervoegsel -isch
Muiswerk Educatief (2017)
typisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ty-pies 1. wat er precies bij past ♢ dat is weer typisch iets voor Herman 2. anders dan gewoon, speciaal ♢ onze poes doet zo typisch de laatste tijd...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Lat. typicus, Gr. tupikos, zie type] bn & bw 1 het type aanwijzend, karakteristiek, kenmerkend; 2 eigenaardig; 3 (med.) normaal verlopend (van ziekte; tegenover atypisch = met afwijkend verloop).
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., typysk, eigen (aerdich). u pron., jo, pl. jimme; met — aanspreken, jo-kje; bij — aan huis, by, to jowes jimmes.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: