twig
I. takje, twijg; wichelroede; as the twig is bent, the tree is inclined, men moet het boompje buigen terwijl het nog jong is; jong gewend, oud gedaan; in good (prime) twig, in de puntjes (gekleed); II. snappen.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. takje, twijg; wichelroede; as the twig is bent, the tree is inclined, men moet het boompje buigen terwijl het nog jong is; jong gewend, oud gedaan; in good (prime) twig, in de puntjes (gekleed); II. snappen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: