Wat is de betekenis van Tweedaags?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tweedaags

bn., 1. twee dagen durende. 2. twee dagen oud. 3. om de twee dagen plaats vindende.

2025-07-22
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

tweedaags

twee dae van duur, om die twee dae.

2025-07-22
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tweedaags

bn.; 2 dagen oud, 2 dagen durende: een tweedaags kalf; een tweedaags examen.

2025-07-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tweedaags

('twe:) bn. 1. twee dagen durend : een feest. 2. twee dagen oud : een kind. 3. om de twee dagen gebeurend, opkomend : de -e koorts.

2025-07-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tweedaags

bn., 1. twee dagen durend; 2. twee dagen oud; 3. om de twee dagen plaatsvindend.

2025-07-22
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten