Wat is de betekenis van Tweearmig?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tweearmig

bn., met twee armen: een tweearmige hefboom.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tweearmig

bn.; met twee armen: een tweearmige hefboom.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tweearmig

bn. met twee armen.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tweearmig

Tweearmig - bn. met twee armen: tweearmige hefboom; ...BEENIG, bn. met twee beenen.

Gerelateerde zoekopdrachten