Tutterewuttere, Tuttere-Wuttere
(1993) (Antwerpen, sch.) fictieve, afgelegen plaats; negorij. • Die is van tutterewuttere: die komt uit een achtergebleven gebied (ook: van boemerskonte, van jakkemakke, van onder de koei, van over het wuttere). (Claire van Putten: Antwerps zakwoordenboek. 1993)