Tussenbeide
bw., 1. af en toe, nu en dan: tussenbeide regende het een beetje; — soms: zo tussenbeide vergeet hij helemaal waar hij is. 2. tamelijk, niet slecht en niet goed: ik vind het niet mooi en niet lelijk, zo tussenbeide. 3. tussenbeide komen, zich bemoeien met, zich mengen in, bep. om onenigheid bij te leggen.