Wat is de betekenis van tune?

2025-07-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

tune

(zelfstandig naamwoord) [media] herkenningsmelodie, inluider, kenwijsje - Wie kent niet de inluider van het Journaal? [muziek] wijsje, deun, deuntje, melodie - Ik word gek van dat deuntje dat ik de hele dag in mijn hoofd hoor! Wat let jou een ander wijsje te zingen, zodat je dat deuntje kwijt bent?

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Tune

[Eng. = melodie; een 14e-eeuwse variëteit van tone = toon, z.a.] kenmerkend stuk muziek voorafgaand aan elk deel van een radio- of tv-serie, herkenningsmelodie.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Tune

herkenningsmelodie

2025-07-25
Signalement van nieuwe woorden

Riemer Reinsma (1975)

tune

(< Eng.) Herkenningsmelodie.

2025-07-25
Recht voor z'n raap

Rouke G. Broersma (1970)

Tune

herkenningsmelodie.

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

tune

I. toon, wijs(je), melodie, lied(je), deuntje; stemming; in tune, 1. zuiver gestemd; 2. in goede conditie; 3. goed gestemd; play (sing) in tune, zuiver spelen (zingen); be in tune with one’s surroundings, harmoniëren met de omgeving; out of tune, 1. ontstemd, niet gestemd, van de wijs; 2. vals; 3. niet in goede conditie; be out of tune w...

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Tune

1. adv. (van gelijktijdige zaken) toen, juist toen, tune . . . quum, Cic., Quint., absol., Pl., Prop. 2. adv. (van een bepaald tijdstip in het verleden) toenmaals, toentertijd, tune . . . quum, Pl., Ov., absol., Cic., Caes., verbonden tune temporis, Iust.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tune

[Eng.], m. (-s), melodie, m.n. herkenningsmelodie.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)