tumefactus
tumefáctus (-a, -um), - van Lat. tumefacĕre (van tumēre, opgezwollen zijn; facĕre, maken), doen opzwellen: opgezwollen.
Dr. C. A. Backer (1936)
tumefáctus (-a, -um), - van Lat. tumefacĕre (van tumēre, opgezwollen zijn; facĕre, maken), doen opzwellen: opgezwollen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: