Tukken
(tukte, heeft getukt), 1. stotende bewegingen maken: de dobber tukt; — (Zuidn.) met het hoofd stoten als de bokken. 2. een tukje, dutje doen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(tukte, heeft getukt), 1. stotende bewegingen maken: de dobber tukt; — (Zuidn.) met het hoofd stoten als de bokken. 2. een tukje, dutje doen.
Wiktionary (2019)
tukken - Werkwoord 1. (inerg) een korte periode van ondiepe slaap houden ♢ Ka Mossel zat daar in al haar breedheid en tukte; zij tukte meestal, als er geen klanten kwamen.<ref>De A.F.C.-ers van J.B. Schuil<br>H.J.W. Becht, Amsterdam z.j. [1915]</ref>
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
Tukken - (tukte, heeft getukt), (Zuidn.) met het hoofd stooten als de bokken ; — een dutje doen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: