Wat is de betekenis van tukken?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tukken

(tukte, heeft getukt), 1. stotende bewegingen maken: de dobber tukt; — (Zuidn.) met het hoofd stoten als de bokken. 2. een tukje, dutje doen.

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

tukken

tukken - Werkwoord 1. (inerg) een korte periode van ondiepe slaap houden Ka Mossel zat daar in al haar breedheid en tukte; zij tukte meestal, als er geen klanten kwamen.<ref>De A.F.C.-ers van J.B. Schuil<br>H.J.W. Becht, Amsterdam z.j. [1915]</ref>

2025-07-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Tukken

v.; (bij het vissen), tokje, tippe, toarne.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

tukken

tukte, heeft getukt; Z.-N. met het hoofd stoten; inz. Z.-N. een dutje doen.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Tukken

(tukte, heeft getukt), een dutje doen.

2025-07-24
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tukken

Tukken - (tukte, heeft getukt), (Zuidn.) met het hoofd stooten als de bokken ; — een dutje doen.

2025-07-24
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)