Wat is de betekenis van tuftuf?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tuftuf

m. (-s), (vero., kindert.) automobiel.

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

tuftuf

(1902, vero.) (sch.) auto; soms ook: motorfiets. Vgl. Eng. broom-broom. • Een heele drukte - paarden en katrollen werden gebruikt, 't gevaarte bewoog wel, maar er uitkomen wilde tuf tuf niet en 't liet zich aanzien, dat eerst laat in den avond de zaak zou afloopen. (A.C.C. de Vletter: Paljas. 1902) • ‘Zeg, Thijs, ken jij dat lamme...

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tuftuf

(tuf'tuf) m. (-s) [klnb.] Gemz. rijtuig dat dergelijk geluid maakt 1. motorfiets. 2. auto.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tuftuf

Tuftuf - m. (-s), (gemeenz.) automobiel.

Gerelateerde zoekopdrachten