Tuftuf
m. (-s), (vero., kindert.) automobiel.
Marc De Coster (2020-2025)
(1902, vero.) (sch.) auto; soms ook: motorfiets. Vgl. Eng. broom-broom. • Een heele drukte - paarden en katrollen werden gebruikt, 't gevaarte bewoog wel, maar er uitkomen wilde tuf tuf niet en 't liet zich aanzien, dat eerst laat in den avond de zaak zou afloopen. (A.C.C. de Vletter: Paljas. 1902) • ‘Zeg, Thijs, ken jij dat lamme...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(tuf'tuf) m. (-s) [klnb.] Gemz. rijtuig dat dergelijk geluid maakt 1. motorfiets. 2. auto.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: