Wat is de betekenis van tufferik?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

tufferik

(2014) (inf.) auto of bromfiets. Vanwege de uitgang -erik lijkt dit een Bargoens woord maar het is een recente term die eerder schertsend wordt gebruikt. Vgl. tuffertje*. • Ik zag die tufferik wel, maar ik sloeg er verder geen acht op. De uitlaat smookte, ik dacht: hé, die motor loopt. (Mariët Meester: Hollands Siberië. 2014)

Gerelateerde zoekopdrachten