Wat is de betekenis van Tuchtleer?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Tuchtleer

v., de regels der tucht, discipline.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

tuchtleer

v. leer, regel van tucht, orde, discipline.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Tuchtleer

Tuchtleer - v. regel van orde, discipline; ...MEESTER, m. (-s), cipier, gevangenbewaarder ; (oudt.) zedenmeester (bij de Romeinen); ...MIDDEL, o. (-en), middel om de tucht te handhaven; ...ROEDE, v. (-n), werktuig waarmede men kastijdt; zweep; (ook fig.) de tuchtroede zwaaien. streng heerschen; ...SCHOOL, v. (...scholen), inrichting tot leiding...

2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Tuchtleer

Tuchtleer, v. gmv. regel van orde, discipline. *...MEESTER, m. (-s), cipier, gevangenbewaarder; (oudt.) zedemeester (bij de Romeinen). *...MEESTERSCHAP, o. ambt van cipier; (oudt.) zedemeesterschap. *...ROEDE, v. (-n), werktuig waarmede men kastijdt; zweep, (ook fig.).

Gerelateerde zoekopdrachten