Wat is de betekenis van troosteloosheid?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Troosteloosheid

v. 1. diepe verslagenheid. 2. gesteldheid waarin of waarvoor geen troost te vinden is, narigheid, vreugdeloosheid: de troosteloosheid van een aanblik, van een woest landschap.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

troosteloosheid

troosteloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. het troosteloos zijn De troosteloosheid van het Oost-Groningse veenlandschap heeft eigenlijk ook zo zijn eigen schoonheid. Woordherkomst afgeleid van troosteloos met het achtervoegsel -heid Antoniemen schoonheid , liefelijkheid, be...

Gerelateerde zoekopdrachten